… t/m 13-12-2009

Strike
Nou daar ben ik dan weer even. Dit keer vanuit het nog niet helemaal zonnige Kathmandu, maar dat gaat wel spoedig gebeuren denk ik. Ik zit er in ieder geval klaar voor met mn laptopje op de meest zonnige spot van dit restaurant. Ik zou jullie nog bijpraten over de tijd na Chitwan, dus bij deze.
Na Chitwan heb ik het weekend nog even doorgebracht in Kathmandu, waar dat weekend een strike was. Een strike houdt in dat de grootste politieke partij van Nepal (de Maoisten) het weer ergens niet mee eens is en het dan nodig acht om de hoofdstad plat te leggen. Wat natuurlijk een ontzettend democratische instelling is.
Geen auto’s, mensen, politie en ander tuig op straat. Het enige dat je ziet zijn een paar verdwaalde zwerfhonden die in het zonnetje liggen. Vanwege deze strike reden er geen bussen, motorrijden is vanwege vele overvallen niet verstandig, dus was er maar één geschikte optie; op het dakterras van het hotel in het zonnetje gaan zitten en eten en drinken bestellen. Hier zit wel een limiet aan natuurlijk, want als je met een groep van acht man begint te bestellen, is het eten natuurlijk zo op en nieuwe voorraden halen zit er voor het hotel niet in vanwege dezelfde strike. Vreemd om mee te maken, maar ook wel leuk eigenlijk.
De dag erna was de sfeer weer wat beter, dus ben ik met Michiel mee terug naar Sankhu gereden.

Cut
Het droge seizoen (ook wel het koude seizoen genoemd) is nu een maand bezig en dus beginnen er ook steeds meer powercuts te komen. Powercuts worden door de overheid gebruikt om energie te besparen en mensen naar bed te jagen. De Nepali gaan meestal rond 19u al slapen, dus is er rond 20u een powercut. Erg handig als je net aan een pc zit en aan je weblog aan het schrijven bent…
Ook in de woningen zijn gewoon powercuts, dus ook bij ons. Wanneer het zich voordoet, steek je een kaarsje aan en ga je maar een boek lezen. Just like the old days.

Sensoren
Nu René terug is naar Nederland voor sponsorwerk en zijn verdiende vakantie daarna, heb ik de leiding over de bouwwerkzaamheden in Hamro Gaun. In totaal ben ik nu drie dagen daar mee bezig geweest en het bevalt me best moet ik zeggen. Ik begin langzaamaan ook wat bouwtermen in Nepali mee te krijgen en kan dus steeds beter communiceren met de werkers.
De mentaliteit hier is heel bijzonder. Ik vergelijk de Nepali werkers steeds vaker met sensoren; ze werken alleen als je erlangs loopt. Hun mentaliteit is: werken als de witte(n) kijk(en)t. Het bijzondere is wel dat als je er bent, ze ook echt alles voor je doen. Wat dat betreft zijn het net lemmings, als je ze wil laten rennen, doen ze dat. Ze spreken je aan met Sir en werken van 6u tot 18u.
De afgelopen dagen ben ik vooral bezig geweest met de bouw van een fundering voor een watertoren, waar in totaal 16000 liter water in opgeslagen zal worden en ik ben mijn krabvijver aan het afronden. Verder heb ik veel contact met Sanjit (de Nepalese architect) en Hedda en Jimi (twee Nederlandse vrijwilligers die werken op het kantoor van René) wie over het budget gaan.

Pashupatinath
Gisteren (zaterdag) ben ik op mijn zojuist gehuurde motor naar Pashupatinath gereden. Welliswaar via een omweg, omdat ik nog steeds de weg niet helemaal snap in Kathmandu. Het was ook de eerste keer dan in echt buiten Thamel kwam, dus het was een hele ervaring. Links rijden is een pre maar absoluut geen must. Als er rechts meer plek is en er geen verkeer aankomt is dat ook best. Claxonneren doe je hier niet omdat er gevaar dreigt of omdat je een bekende ziet, maar gewoon om te vertellen dat jij er ook rijdt. Je gebruikt de claxon dus voor elke bocht, bij iedereen die oversteekt en als je naast een vrachtwagen of bus rijdt.
Een rijbewijs hoef je niet voor te leggen bij het huren van een motor en politieagenten mag je hier gewoon negeren. Jouw motor is toch sneller dan hun benen. Politie heeft hier nagenoeg nooit een voertuig tot hun beschikking en wapens worden alleen gedragen bij de poort van het hoofdkwartier.
In Pashupatinath had ik afgesproken om met Donna en Nina naar de crematies te gaan kijken. Dit is ook waar dit tempelcomplex om bekend staat. Zaterdag is de vrije dag van de Nepali, dus het was er drukbezet. Nepali zijn qua omgang met doden heel anders dan wij gewend zijn. Hier mag een lijk nooit ouder dan een dag zijn en wordt dus binnen 24 uur verbrand en in de heilige rivier (welke uiteindelijk uitkomt in de heilige Ganges in India) “geduwdâ€. Heel erg vreemd als je daar gewoon een dood lichaam op het gezicht na gewikkeld in vodden ziet op een stapel hout. De oudste zoon was degene die zijn eigen vader in lichter laaien mocht zetten en was hier natuurlijk erg emotioneel onder. Het verbaasde me hoe snel de familie weer weg was nadat het lichaam aan het branden was.
In het water waar de overblijfselen van de brandstapel in gegooid worden, zijn kinderen aan het spelen, vrouwen aan het wassen en andere kinderen het geschikte overgebleven hout aan het sorteren. Dat hout wordt allemaal verzameld in een doodskist, die nog over was van een andere crematie. Er is eigenlijk teveel om over te vertellen, dus zal ik de foto’s maar laten spreken.

Voor veel mensen in de hoofdstad is dit een uitje en het was er dus ook druk genoeg met toeschouwers. De nabestaanden weten dat er altijd veel toeschouwers zijn en zien ze eigenlijk niet meer. Het hoort er gewoon bij in deze cultuur van hindoeïsme en boeddhisme.